Het doel is steeds: iedereen moet op zijn of haar eigen manier mee kunnen doen. Zorg, hulp en aanbod is ook steeds daarop gericht. Wie steun nodig heeft, krijgt die.
HOOFDPUNTEN
Groen Links gaat daarbij uit van het idee van ‘positieve gezondheid’: We kijken niet alleen naar beperkingen, maar juist ook naar wat mensen wél kunnen. Op die manier blijven mensen met tegenslagen zo lang en zo veel mogelijk de baas over hun eigen leven.
Gezondheid draait niet alleen om de vraag of je wel of niet ziek bent. Het gaat er ook om of je je gezond voelt en grip hebt op je eigen leven. En dat hangt weer samen met een heleboel andere dingen: met hoe je woont en hoeveel geld je hebt, met schulden, stress, het gemak waarmee je leest, schrijft of praat. Natuurlijk kan het gaan om lichamelijke en geestelijke klachten, maar ook die zijn niet los te zien van de situatie waarin volwassenen leven en kinderen opgroeien.
Van mensen die zorg of hulp vragen moet daarom het ‘hele verhaal’ in beeld zijn. Lukt het niet om problemen op te lossen – met werk, inkomen, door ziekte – dan moet er voor iedereen voldoende ondersteuning zijn. Als het nodig is, mag die ondersteuning gerust lang duren. Die steun kan vanuit professionals komen of vanuit het eigen netwerk.
GroenLinks sluit graag aan bij de kracht van buurtbewoners en hun netwerken. Samen zorgen we ervoor dat iedereen mee kan doen. Centraal staat altijd dat de bewoner die hulp nodig heeft zelf de regie heeft. Voor mensen die daar moeite mee hebben, kijken we wie in hun netwerk kunnen helpen en welke professionals daarbij kunnen ondersteunen. GroenLinks wil dat organisaties in zorg en welzijn méér met elkaar samenwerken. We streven naar samenwerking tussen professionals in de buurt én informele zorg, mantelzorgers, vrijwilligers en het buurtnetwerk. In de buurtaanpak is een belangrijke rol weggelegd voor de buurtverbinders; mensen die veel contacten hebben in de buurt – ook met mensen die voor anderen moeilijk te bereiken zijn. Deze buurtverbinders slaan bruggen tussen buurtbewoners onderling en met het welzijnswerk.
Professionals in zorg en welzijn, maar ook ambtenaren moeten meer gevoel krijgen voor cultuurverschillen. Ook moet er oog zijn voor taalbarrières. Die kunnen worden beslecht door de inzet van activiteiten. GroenLinks wil dat er genoeg activiteiten zijn, ook voor jongeren. Er moeten voldoende (openbare) ruimtes zijn waarop jongeren elkaar ontmoeten en samen dingen kunnen doen. Jongeren moeten zichzelf kunnen zijn. Zo weten we dat jonge LHBTQI-ers nog steeds vijf keer vaker zelfmoord plegen dan hun leeftijdsgenoten. Groen Links ondersteunt ook deze groep met specifiek beleid op het vlak van onderwijs, gezondheidszorg, cultuur en veiligheid. Zo zetten wij in op gedegen voorlichting op elke school, goede samenwerking tussen vertrouwenspersonen en jeugd-GGZ, en moet er een plek komen waarin LHBTQI- jongeren en volwassenen samen kunnen komen. GroenLinks ondersteunt daarom de ontwikkeling van buurtkamers en buurthuizen in zelfbeheer om activiteiten te stimuleren waarin ontmoetingen plaatsvinden voor de verschillende groepen in de gemeentes. De gemeente geeft kinderrechten een plek in al haar beleid. Voor jongeren die met hulpverlening te maken hebben mag de hulp niet abrupt stoppen als ze 18 jaar worden. GroenLinks wil dat de mogelijkheden die hiervoor binnen de verlengde jeugdhulp bestaan meer gebruikt worden.
In alle bestemmingsplannen houden we rekening met kindvriendelijke routes, oversteekplaatsen en speelplekken. Bij het (her)inrichten van straten of gebieden moet de gemeente ook altijd het perspectief van kinderen meenemen. Zij moet kinderen dus ook vragen om mee te denken. De behoefte om elkaar ongestoord te kunnen ontmoeten wordt groter. GroenLinks vindt dat jongeren het recht hebben om rond te hangen en wil hiervoor ruimte bieden. Samen met jongeren en buurtbewoners bespreken we wat ‘overlast’ op hangplekken nou echt is en hoe ze samen oplossingen kunnen vinden voor ervaren overlast
Daarom wil GroenLinks dat sport en bewegen voor jong en oud dichtbij huis, laagdrempelig, toegankelijk en veilig is.
Sport en bewegen stimuleert ontmoetingen tussen mensen. Het houdt lichaam en geest jong en voorkomt overgewicht en ziekte. Redenen genoeg om sport en bewegen te blijven stimuleren. Voor mensen met lagere inkomens of financiële zorgen is sporten of bewegen minder vanzelfsprekend. Ook ouderen en vrouwen met een migratieachtergrond sporten naar verhouding weinig. In sommige wijken verdwijnen sportverenigingen doordat er te weinig vrijwilligers zijn met kennis van zaken. Dat is doodzonde, omdat sportclubs bijdragen aan ontmoeting en segregatie in de buurt tegengaan.
Ga door naar het volgende hoofdstuk: 💼 Werk en 💰 Inkomen